Een puzzel tegen de verveling

De voorzitter van ttv De Repelaer heeft zijn leden een breinbreker voorgelegd om in deze tafeltennisloze periode toch even ergens mee bezig te kunnen zijn.
Ik denk dat ook onze leden misschien wel even bezig willen zijn met het oplossen van deze zeer toepasselijk puzzel:
‘De anderhalve meter maatschappij’
We hebben al veel gehoord over de ‘anderhalve meter’ maatschappij, wat betekent dat we permanent anderhalve meter afstand moeten houden tot andere mensen om ons heen. Maar wat betekent dat nu precies in termen van getallen en afmetingen? Hierover heb zijn een paar leuke breinbrekertjes voor jullie gemaakt die wellicht op een proefwerk toegepaste wiskunde niet zouden misstaan. Wil je het eens proberen?
Eerst even een paar uitgangspunten: - Uitkomsten moeten worden gegeven in twee decimalen nauwkeurig, tenzij je er voor kiest om geen decimalen te gebruiken maar dan moet je er wel bij vertellen waarom niet. - Als je bij je berekeningen ergens het getal Pi (π) wilt gebruiken, mag je hiervoor de waarde 3,14 aannemen en tenslotte hoef je geen rekening te houden met je eigen lichaamsomvang.
Dan kunnen we aan de slag:
In de anderhalve meter maatschappij is het dus de bedoeling dat je niet dichter dan anderhalve meter bij andere mensen komt. Omgekeerd mag er dus ook niemand op minder dan anderhalve meter van jou komen.
1. Hoeveel vierkante meters vloeroppervlak van een vrije ruimte heb je in totaal nodig zodat niemand jou op minder dan anderhalve meter kan naderen? Laat een tekening zien van wat je hebt gevonden.
2. Hoeveel mensen kunnen om jou heen staan zodat ze allemaal op precies anderhalve meter van jou af staan, maar ook op precies anderhalve meter van elkaar?
3. Bereken nu de omtrek van het object dat je in opgave 1 hebt bedacht.
4. Vergelijk deze uitkomst nu eens met de totale afstand tussen alle mensen die je in opgave 2 hebt berekend. Zijn deze getallen gelijk aan elkaar? Zo niet, geef een beredeneerd antwoord op de vraag waarom deze twee waarden verschillen en laat er een tekening bij zien.
5. Hoeveel vierkante meter blijft er nu over van het totaal dat je in punt 1 hebt berekend?
6. Laten we je tekening nu nog eens nader bekijken, want van die anderhalve meter tussen jou en een ander is natuurlijk de helft ‘jouw’ domein en de andere helft van die ander. En dat geldt natuurlijk ook voor al die anderen onderling. Bereken nu nog eens hoeveel vierkante meters dus niet echt van jou zijn maar die je deelt met anderen. Illustreer dit ook weer met een tekening.
7. Als je nu de uitkomsten van punt 5 en 6 van elkaar aftrekt blijft er over hoeveel vierkante meters ‘netto’ van jou zijn. Daarin kun je je dus vrij bewegen ,,, of niet?
8. Geef aan of je binnen die ruimte bewegingsvrijheid hebt, zo ja, waarom en zo nee, waarom niet. Laat dit ook zien in een tekening.